In de Bijbel (Oude Testament) vind je de boeken van Samuël.
In deze boeken lees je over het oude Israël. Het krijgt vorm en gestalte als een land. Van een los stammenverband gaat het naar een land met een centraal bestuur. Het krijgt een koning, Saul. Die zit vol goede bedoelingen en lijkt veelbelovend, maar hij kan het niet waarmaken en dan moet er een nieuwe komen.
In de boeken lees je over intriges, corruptie, jaloezie en strijd. Alles is ontregeld. De geschiedenis van Israël in de boeken van Samuël is een heksenketel. En te midden van die heksenketel, het geroeptoeter en de corruptie klinkt de stem van God. Zacht, terwijl ook zoveel mensen de oren hebben dichtgestopt. Maar de stem wordt gehoord door de jonge Samuël. En zo komt er beweging, gaan er dingen veranderen.
Mooi is dat, hoe God telkens weer mensen in beweging brengt. En dat daarmee de toekomst open blijft. Hoopvol in een tijd die wel wat hoop kan gebruiken. We lezen de tekst uit de Naardense Bijbel. Wat staat daar en hoe raakt dat aan ons leven?
We vieren deze avond het avondmaal en zijn uitgenodigd om brood en wijn te ontvangen.